De koning van de straat

De 10 gaafste auto’s uit de jaren 80

In de Eighties waren benzinemotoren met vier kleppen per cilinder - twee stuks was de standaard - nog behoorlijk exotisch. Fabrikanten stopten ze over het algemeen eerst in hun opgefokte viercilinder hatchbacks en/of middenklassers. 
De Japanners deden dat ook in de gewone versies. Met een 16V-schildje op je kont was je in die tijd echt de koning van de straat. 
We zetten de leukste 16-kleppers uit de jaren 80 voor je op een rij, in compleet willekeurige volgorde. 

1. Lancia Delta HF Integrale 16V Lancia was in de jaren 80 een hele grote naam in de rallysport en de minder heftig bespoilerde Delta was het alternatief voor de gewone man in de straat. In 1989 werd de HF Integrale 16V geïntroduceerd, de eerste productie-Lancia met nieuwe 16-kleps viercilinder. De Italianen schroefden er maar meteen een turbo op, waardoor je dik 200 pk over je vier wielen had te verdelen. Daarmee schoot je in 5,5 seconden naar de 100 ! 

2. Opel Kadett GSi 16V Opel’s antwoord op de zestienklepsversie van de Volkswagen Golf GTI 16v die het zonder katalysator tot 139 pk schopte. 

De Kadett GSi was er al, maar werd voorzien van het nieuwe 2,0-liter 16V-blok. Het resultaat? Zonder katalysator 156 pk, al zijn de meeste versies wel van een kat voorzien. Met 150 pk nog altijd niet mis. Zelfs de in 1990 gepresenteerde Golf GTI G60 kon niet tippen aan het 0-100-sprintje dat in 8.0 seconden werd geklaard. Later kregen ook de Vectra 2000 en de Calibra dit zestienkleps 2,0-liter blok. 

3. Mercedes 190 E 2.3-16 Mercedes sloeg aan het zestienklepperen in 1983. Het was de tijd dat Das Haus furore maakte in het DTM met hun 190's en omdat er ook een homologatiemodel voor straatgebruik moest komen, was daar de 190 E 2.3-16. Het blok was mede ontwikkeld door Cosworth en in 1988 kwam er een iets grotere versie, de 2.5-16. Volgens z'n scheppers waren de vier kleppen 'de grootste die ze in de verbrandingskamer konden passen'. De 2.3 leverde 185 pk, de 2,5-liter versie was goed voor 204 pk - mét katalysator waren dat er 4 stuks minder. 

4. Toyota Corolla GT AE86 Zestienkleppertjes waren bij de Japanners in de jaren tachtig al even gemeengoed, maar een van de meest kenmerkende is toch wel de in 1983 gepresenteerde Corolla AE86, bij ons bekend als Corolla GT. De Levin – dus zonder klapkoplampen – was in de basis voorzien van een 130 pk sterke 1,6-liter twin-cam blok. Als enige in de Corolla-familie was hij achterwielaangedreven, wat hem tot een geliefd model in de racerij maakte. Z’n gewicht van nog geen 950 kilo maakte een topsnelheid van 193 km/h en een 0-100-tijd van 8,5 seconden mogelijk. 

5. Volkswagen Golf GTI 16V De rivaliteit tussen Volkswagen- en Opel-fans is waarschijnlijk begonnen met de duels tussen de GTI's en GSi's, twee hot hatches die dit segment in de eighties een flinke duw in de rug gaven. Volkswagen was met de Golf I GTI jarenlang Koning Eénoog geweest maar de Golf II kreeg serieus tegengas. Het 1.8-blok van de GTI was eerst een achtklepper van 112 pk (uit de Golf 1), de 16-klepper, leverbaar vanaf 1986, was goed voor 139 pk. De versie met kat moest 10 pk inleveren. 

Klik op de foto's voor een grotere afbeelding !

 6. Honda Civic CRX Momenteel vind je het gros van de huidige CRX’jes diep in de nacht bij de McDrive, maar veelal betreffen het dan vertimmerde versies van de tweede, in 1988 gepresenteerde Civic CRX. De eerste kwam in 1983 al om de hoek kijken en was in ons land aanvankelijk alleen leverbaar met een 100 pk sterke 1,5-liter achtklepper onder de kap. In die tijd een waarde waar menig concurrent van door z’n hoeven zakte, maar de in 1986 gepresenteerde 1.6 16V was nog even indrukwekkender. 125 pk op minder dan 900 kilo, goed voor een sprintje naar de 100 km/h in 8,1 seconden en een top van 202 km/h. De tweede CRX kreeg in 1990 overigens een 150 pk sterk 1.6 V-TEC blok mee. 

7. BMW M3 Het M3-avontuur van BMW begon pas bij de E30 die in 1983 de E21 afloste. De alleen als tweedeurs leverbare M3 kreeg vanaf z'n introductie in 1986 een 200 pk sterke 2,3-liter viercilinder die 200 pk naar de achterwielen stuurde.
De komst van een katalysator in 1987 snoepte snoepte 6 pk's van het totale pakket af. Aan het eind van z'n levensfase verschenen de Evolutions met 215 pk, goed voor een top van 241 km/h en een sprinttijd van 0-100 in 6,7 seconden. Volgens velen dé ultieme M3, en inmiddels een vermogen waard. 

 8. Nissan Sunny 1.6 GTI en 1.8 GTI De Nissan Sunny (N13) werd in 1986 op de markt gebracht en naast de gebruikelijke twaalfkleppers werd in 1987 de 1.6 GTi 16V gezet. Met 120 pk goed voor een top van 200 km/h en acceleratie van 0-100 km/h in 9,8 prima gemotoriseerd, maar je moest het zonder katalysator doen. Na montage van de kat, zou het vermogen teveel afnemen. Zodoende werd in 1989 een 125 pk sterke 1.8 GTI uit de doeken gedaan. De volgende generatie Sunny zou met de waanzinnige GTI-R voor wat opschudding zorgen.

 9. Citroën BX GTI 16V PSA, het moederconcern van Peugeot en Citroën, had in de jaren tachtig een zestienklepper die het over meerdere modellen uitsmeerde. Eén daarvan was de Citroën BX, die als GTI een ware cultauto is geworden. PSA's vierpitter had een inhoud van 1,9 liter en daar kwamen, in 8-kleps configuratie, 122 pk uit tevoorschijn. In 1987 werden daar acht extra kleppen aan toegevoed, waarmee het vermogen steeg naar 163 pk. De BX kreeg de primeur, later kwam deze motor ook in de snelste versies van de Peugeot 309 en 405 terecht.

 10. Lotus Elan Duitsland, Japan, Italië en Frankrijk zijn allemaal vertegenwoordigd in deze lijst, maar waar blijven de Britten? Voor de Britse inzending, spelen we een klein beetje vals. De voorwielaangedreven Lotus Elan die in 1989 werd gepresenteerd, was een halve Brit die met Amerikaans investeringsgeld van General Motors van een Isuzu zestienkleps viercilinder werd voorzien. Er zijn er slechts 3.855 van geproduceerd, waarvan slechts 129 geen turbo hebben.
Fotoreportage van ons bezoek aan het Louman Museum volgt nog !
www.louwmanmuseum.nl