Maar met de Silver Shadow maakt het in 1965 een radicale ommezwaai naar een moderner type auto. De carrosserie is voor het eerst zelfdragend, de wielophanging onafhankelijk en de auto is voorzien van een hydropneumatisch veersysteem rondom, dat samen met Citroën is ontwikkeld. Vanaf 1969 is dit systeem overigens alleen nog maar op de achterwielen gemonteerd, want dat bleek al voldoende te zijn.
Onder de motorkap ligt een V8 met een inhoud van 6.230 cc en een vermogen van zo’n 190 pk (het merk gaf geen vermogenscijfers op, maar volstond met de melding ‘voldoende’). Een jaar na de introductie, in 1966, is er ook een Silver Shadow Coupé en weer een jaar later volgt er op basis van die coupé een cabriolet.
.jpg)
Zowel de coupé als de cabriolet worden tot 1971 gebouwd, waarna ze wat lichte modificaties krijgen en tevens nieuwe namen: Corniche en Corniche Cabriolet. In 1970 is de cilinderinhoud van de V8 al vergroot naar 6.750 cc. De sedans na 1977 heten Silver Shadow II en hebben tal van modificaties ten opzichte van de eerste serie. Stuurinrichting en voorwielophanging zijn de belangrijkste technische veranderingen, maar ook bumpers en uitlaat zijn anders en er is centrale deurvergrendeling. Van de eerste serie werden er 19.493 gebouwd, van de tweede 8.425 - serieus veel voor een nichefabrikant als Rolls-Royce. De Bentley T1 en T2 zijn op wat minieme details na precies dezelfde auto’s, maar worden in kleinere aantallen gebouwd. De Rolls-Royce Corniche cabriolet wordt nog tot 1989 gebouwd. Dan is de gewone Silver Shadow al negen jaar niet meer te koop.
